Aber bitte mit Sahne
JULI 2017 - De trip naar Hamburg op 6 en 7 juli stond weer bol met onverwachte situaties. We waren uitgenodigd voor twee optredens in het Drafthouse in St. Pauli en voor een autoclubfeest in Quickborn door Mickey West, eigenaar van de BoomChickaBoom vintage kledingwinkel in St.Pauli, die ons vorig jaar in de Logo in Hamburg had gezien.
Allereerst werd de reistijd danig verlengd door vakantieverkeer en baustellen. Een uur in de file viel ons ten deel. Dat ongemak werd grotendeels teniet gedaan door de geweldige muziek op de Duitse radio van met name Udo Jürgens met zijn onvergetelijke lied “Aber bitte mit Sahne”. We waren compleet gebiologeerd door het woord ‘ Konditorei’, wat hierin voorkwam. Dit lied zou ons blijven stalken dit weekend.
Direct een bon
Bij aankomst bij de BoomChickaBoom vintage kledingshop van Mickey West in St.Pauli stonden we even onbetaald op een betaalde parkeerplaats; “Oh de parkeerpolitie komt hier 1x per week langs en ze zijn gisteren nog geweest,” zei Mickey. Maar na nog geen kwartier hadden we al een prent te pakken. Om daarna van een klant in de winkel te horen ”Oh, maar ze komen hier 3x per dag langs en als je na een uur nog niet betaald hebt, geven ze je nog een bon.” Gelukkig zijn de bonnen in Duitsland niet zo duur als in Nederland; in feite liggen ze op het niveau van het normale parkeertarief in Nederland! Dat wil zeggen een Euro of 15.
Shutuppa ya face
Na de koffie was het tijd voor een warme maaltijd die we nuttigden op de hoek van de straat bij de Italiaan, waar, naar later bleek – de plaatselijke Hell’s Angels afspreken om hun al dan niet snode plannen te bespreken. Waarbij de Italianen met hun mafia achtergrond klaarblijkelijk ook een duit een het zakje doen. Wij ervoeren het opdringerige aanbieden van allerlei ongewenste gerechten als onprettig, terwijl ook het gebedel om een fooi bij het afrekenen ronduit gênant was. Terug bij BoomChickaBoom wilde Willy nog een T-shirt kopen, maar uiteindelijk schonk Mickey ons vier dezelfde shirts, zodat wij mooi promotie konden maken voor zijn merk. Een uitgebreide fotosessie in het winkeltje volgde hierop, wat Mickey meteen op Facebook postte (hij is redelijk socialmediaverslaafd en kan geen vijf minuten zonder zijn mobiel te checken).
Natte strafcel
Vervolgens wees Mickey ons de weg naar ons onderkomen voor de nacht, een appartement vlakbij de Reeperbahn, waar volgens Mickey sinds de jaren 70 geen onderhoud meer aan gepleegd was. Wat we aantroffen was een drietal voormalige peeskamertjes, waar de smoezeligheid vanaf droop. Martijn koos voor de veilige optie, een kamer met laminaatvloer zonder bed, waar alleen een kunstnagel van een onbestemde dame was blijven liggen. Bert had een meer beduimeld kamertje inclusief bed, waar hij uiteindelijk besloot niet op te gaan liggen. Willy en Henk troffen het toppunt aan: de “rode kamer”, waar in de hoek nog een schavot stond, om de SM-klanten eens lekker flink onder handen te nemen. Achter een gaas met prikkeldraad was kennelijk een voormalige natte strafcel, compleet met ringen aan de muur om de klantjes vast te ketenen. Maar alles in dermate deplorabele staat, dat elke aanraking al een gevaar op besmetting op zou leveren. En elke vlek op tapijt of muur was verdacht. Als er een spermatozoïdekever bestond, dan had ie vast en zeker in deze kamer geleefd.
Mit mir spielen
Aangezien we niet dichterbij het Drafthouse konden parkeren dan precies voor ons slaapadres, moesten we al ons (niet of niet-best-rollend) zware materieel over zo’n 150 meter kinderkopjes slepen. En permanent ‘bewaking’ bij de bus houden, want hoe je ’t ook wendt of keert, het blijft een louche buurt. Desondanks oogde het St.Pauli horeca-pleintje best gezellig, met veel terrassen, waar de WK wedstrijd België-Brazilië bezig was. Tijdens het sjouwen werd Bert nog aangesproken door een straatprostituee, waarop hij zei “Ich muss Musik spielen”. Haar antwoord was: “Du sollst mit mir spielen!” Na het uitladen moest Henk een parkeerplaats zoeken voor de bus, want die kon niet voor het slaapadres blijven staan. Dat was nog een hele tour, want parkeren in St.Pauli is een crime. Uiteindelijk offerde Mickey West zijn eigen parkeerplek maar op.
Stoffel de PA man
Bij de opbouw moesten we wachten op de geluidsman Stoffel, die de boel zou aanzwengelen. Dat werd een lange zit, want hij kwam maar niet opdagen. Groepen zatte Engelsen kwamen het Drafthouse al binnen, maar vertrokken ook weer voordat we gespeeld hadden. De aanwezige PA had z’n beste tijd ook gehad, want er waren nog acht kanalen beschikbaar, waarvan er twee kapot waren. Behalve 4x zang hielden we dus nog weinig over. Bassdrum en contrabas hadden het geluk nog uitversterkt te worden. Met een aanvangstijd van half twaalf kwam Stoffel uiteindelijk om 23.25 uur opdraven om het ‘vooruit’ en de monitors te regelen. Na een korte soundcheck van 10 minuten besloten we maar om meteen door te gaan en binnen no-time was de hele Stoffel weer verdwenen en hebben we hem nooit meer teruggezien. Leuk als we halverwege nog iets anders wilden! Dat was gewoon onmogelijk. Later hoorden we dat hij op zo’n avond liefst 12 PA’s moet bijhouden, wat natuurlijk een belachelijke taak is. Bierfietsen
Het Drafthouse moet het niet echt hebben van rockabilly-publiek, maar meer van passerende toeristen (die er trouwens een heleboel zijn in Hamburg – het lijkt potdomme Amsterdam wel, met al die vrijgezellenfeesten en bierfietsen). In het gangetje met drie kroegen bleek het Drafthouse de grootste tent te zijn, maar ook de verst gelegen, waar het al snel leeg eruitziet, ook al zijn er net zo veel mensen als in de kleinere kroegen in het gangetje, waar ook live-bandjes stonden, zij het met een heel andere stijl en met wisselende kwaliteit. Er werd wel volop geswingd op de dansvloer, vooral op de bekendere deuntjes natuurlijk, zoals Rehab, Lonely Boy en Whole lotta Rosie. Leuk om te zien was dat een Deen helemaal uit z’n bol ging van het gitaarwerk van Bert.
Einer geht noch
Oorspronkelijk zou het plan zijn om twee sets te spelen vanaf 23.30, maar vervolgens hoorden we dat alle bands tot 3 uur speelden. Daar hebben we dus ook maar gehoor aan gegeven, omdat we er nu eenmaal toch waren. Aan het einde van de derde set was daar het onvermijdelijke “Einer geht noch” waarna er nog een flinke toegift van een nummer of vier volgde; ook daarop werd nog volop geswingd, o.a. door een tweetal aanstekelijk bewegende dames, gekleed in vintage stijl (klanten van Boom Chicka Boom natuurlijk) die Hounddog aanvroegen.
Konditorei
Aangezien de apparatuur na het optreden niet in het Drafthouse kon blijven staan, omdat men daar de volgende dag pas om acht uur ’s avonds zou openen, moesten we om half vier ’s nachts de route over de kinderkopjes weer opnieuw afleggen met ons materieel, dwars tussen alle zatlappen en “nutten” door. Vervolgens de trap opslepen en in het keukentje parkeren, rekening houdend met andere ‘nomale’ bewoners van het huis. Om 4.10 konden we beginnen met luchtbedden oppompen, want niemand waagde zich aan de bedden. De muziek van de Hans-Albers-Platz ging nog vrolijk door tot 5.00 uur ’s ochtends en daarna konden de Boppers het moede hoofd eindelijk te rusten leggen.
De volgende ochtend kon niemand meer slapen na tien uur, waarschijnlijk om niet langer dan noodzakelijk in dit ontaarde appartement te verblijven. Op zoek naar een ontbijt kwamen we op de echte Reeperbahn terecht, alwaar een heuse Konditorei uitkomst bood. Nu beleefden we in levenden lijve waar Udo het over had. En tatsächlich, toen we voor het zoete broodje als nagerecht gingen, vroeg de vrouw achter de toonbank ”Möchten Sie das mit Sahne?”
Beatles
Daarna was het even flink spoorzoeken om de Beatles monumenten op de Reeperbahn te vinden. Een verzameling blikken contouren met een raadselachtige vijfde persoon op een afstandje stelde ons voor vraagtekens. Datzelfde gold voor de niet meer bestaande Star Club, die alleen nog maar met een zwaar verborgen plaquette in een duister zijsteegje wordt herinnerd. Vervolgens belandden we op onze toeristische tocht bij de haven, waar we het jaar ervoor ook al waren geweest (inclusief busrondrit en wandeling door de historische Emstunnel) maar toen in de bittere kou en met veel minder toeristen. Dat was rond 15.00 wel het sein om het toeristische gedeelte af te sluiten en de bus terug te halen om de spullen weer in te laden.
Smeerput
Dus weer met alle cases de trap af, de bus in en terug naar BoomChickaBoom om de sleutel terug te brengen. Mickey stond al naar ons uit te kijken; we hadden schijnbaar te lang niet van ons laten horen, en hij had ons al om 12.00 verwacht. Na uitgebreide bedankjes gingen we op weg naar een niet geheel duidelijke plek ten noorden van Hamburg, waar de car club ons zou verwelkomen. Ergens ten noorden van Hamburg, in the middle of nowhere tussen de dorpen Quickborn en Norderstedt (zoek maar op) stond een boerderij die geheel omgebouwd was tot garage annex clubhuis. Beland op een zandpad en de vertwijfeling nabij, zagen we gelukkig in de verte een schim van een Amerikaan, waardoor we wisten dat we toch goed zaten. De Barn Boys hadden het dik voor elkaar. Een American style halfronde showroom garage was geheel nieuw opgetrokken en er waren liefst drie grote sleutelruimtes compleet met smeerput. Enkele van hun juweeltjes stonden daar natuurlijk bij te pronken, zoals enkele fraaie hot rods, pick-ups een super verlaagde VW Bully bus met camperruitjes langszij, hoe heet zo’n model ook alweer?
Echohal
Hoewel er elders op het boerderijcomplex complete PA’s lagen opgeslagen, moesten wij het doen met twee boxjes, zonder subwoofer, en dat terwijl de discotheek daar wél over beschikte. Dat was een beetje magertjes en Henk moest dan ook alles uit zijn eigen baskasten persen om de echohal met wat laag te vullen, zonder dat hij daar zelf overigens iets van hoorde.
We waren veel te vroeg gearriveerd en hadden na het opbouwen ruim de tijd om het ons aanbevolen restaurant te bezoeken, wat inderdaad niet slecht was. We prefereerden dat boven de worsten van onzeker allooi die op het feest gebraden werden.
Pop covers
De Barn Boys hadden zo’n 200 gasten opgetrommeld en aanvankelijk zouden we van 8 tot 10 spelen, werd ons verteld. Dat klonk ons raar in de oren, en uiteindelijk werd het dan ook gewoon 8 tot 12, zodat we toch nog redelijk op tijd huiswaarts konden keren. We hadden ons voorgenomen hier flink uit te pakken met pure rockabilly; de muziekstijl uit de discotheek sloot hier prima op aan. Maar allengs werd duidelijk dat de “pop covers” het beste in de smaak vielen. Een verzoek om Tainted Love nogmaals te spelen hadden we nog nooit eerder gehad. Naarmate de avond vorderde werd er meer en meer gedanst en ook hier waren de Zugabes op het eind onvermijdelijk. Na afloop toverde een van de organisatoren, volgend op een gesprekje met Willy, nog een keer ons themalied van dit weekend uit de discotheek: Aber bitte mit Sahne.
Na uitgebreid te zijn uitgezwaaid zette Henk weer koers naar Nederland voor een lange nachtelijke rit . Zoals gebruikelijk lag de rest weer binnen no-time te slapen, maar sleurde dappere Henk, gedreven door wat Red Bull, ons binnen vijf uur en zelfs zonder koffiestop naar huis. Uiteraard was het alweer licht toen we onze eigen, vertrouwde, en vooral schone slaapkamer konden opzoeken.